woensdag 7 december 2016

Straetman in de Havikerwaard


1645, Havikerwaard (Rheden)

Al in de vijftiende eeuw woonden enkele van mijn voorouders in de Havikerwaard, een waard in een ruime bocht van de IJssel tussen Rheden en Doesburg. Een jaar of tien geleden deed ik die ontdekking. Natuurlijk wilde ik méér over die voorouders weten. Ik was vooral nieuwsgierig waar zij precies in de Havikswaard hadden gewoond. Ik verdiepte me in de literatuur over de waard, zocht naar naamsvarianten en patroniemen waarachter zij schuil zouden kunnen gaan en lette op de verschillende namen waarmee de Havikerwaard door de eeuwen heen werd aangeduid. Met andere woorden: ik gaf me over aan het gebruikelijke, zeer bewerkelijke en langdurige proces van de middeleeuwse genealogie.  


Het zoeken loonde gelukkig wel. In de loop van de jaren kwam ik te weten dat mijn voorouders land pachtten en ook grond in eigendom hadden, ik kon noteren hoeveel koeien, pinken, paarden en veulens ze in een bepaald jaar hadden, enzovoorts, enzovoorts. Tegelijkertijd leerde ik steeds meer over de geschiedenis van de Havikerwaard. Maar nog steeds wist ik niet waar die boerderij had gestaan. 
Het leek erop dat het raadsel zich nooit zou laten oplossen. Tot ik ergens las dat de IJssel in de loop van de eeuwen verschillende keren haar bedding heeft verlegd. Daardoor begon ik ook oog te krijgen voor aangrenzende waarden. Een van die waarden was de aan de overzijde van de IJssel gelegen Valewaard, die inmiddels door kleiwinning bijna helemaal is verdwenen en de Valeplas wordt genoemd.  

In het Gelders Archief vond ik een oude landkaart van de ‘Voolewerdt’, getekend door de bekende Gelderse cartograaf en landmeter Nicolaes van Geelkercken (ca. 1585-1656). De kaart was in 1645 getekend naar aanleiding van een dispuut tussen verschillende landeigenaren over de aanleg van kribben in de IJssel. Op die kaart was vanuit de Valewaard gezien aan de overkant van de rivier, in de Havikerwaard, een boerderij getekend met het bijschrift Straetman. De les die ik leerde was duidelijk: net zoals rivieren hun bedding wel eens verleggen, is het voor genealogen goed af en toe de bedding van de eigen gedachten eens te verleggen. Lateraal denken kan geweldige vondsten opleveren.

Dit verhaal verscheen oorspronkelijk in december 2016 als column in het tijdschrift Gen.magazine van het CBG onder de titel 'Lateraal denken".

vrijdag 18 november 2016

Oude kaarten als hulp bij onderzoek

Bij onderzoek naar familiegeschiedenis zijn oude kaarten vaak erg welkom. Enerzijds om je een voorstelling te maken van de leefwereld van de mensen die je bestudeert en vertrouwd te raken met geografische werkelijkheid van weleer en de toen gebruikelijke benamingen. Anderzijds zijn oude kaarten vaak geëigend illustratiemateriaal. Veel archieven bieden tegenwoordig online afbeeldingen van oude kaarten en prenten.


Soms is het echter handiger om op één plek een heleboel kaarten bijeen te vinden, zodat je lekker kunt grasduinen en in no-time virtueel van het 17e eeuwse Gelderland naar het 18e eeuwse Amerika kunt reizen.

Twee websites gebruik ik zelf vaak. De ene is de gedigitaliseerde Ryhiner Map Collection van de Universität Bern. Daar vind je 16 duizend verschillende gedigitaliseerde kaarten, stadsplattegronden en topografische afbeeldingen. Ze zijn geografisch georganiseerd. De onderstaand tabel verwijst naar de nummers waaronder het materiaal over een aantal relevante streken is geordend.

België              2901 - 2918, 8607
Nederland           3101 - 3117
Nederland,  steden  3118 - 3120
Rheinland           3001 - 3006
West-Indië          8001 - 8004 
Guyana              7905
New York            7810
Oost-Indië          7403
Ook handig is de commerciële site Geographicus fine antique maps. Via die website kun je oude kaarten kopen. De kaarten uit de voorraad zijn echter ook prachtig gedigitaliseerd en zoombaar. Je moet wel een beetje mazzel hebben dat de voor jou relevante kaart op voorraad is.
Ook de website wildernis.eu biedt in de zogenaamde 'Kaartenkamer' een mooi overzicht van antieke kaarten. 

En wanneer je zelf oude kaarten wil kopen dan kan ik de online-veilingen van Catawiki aanraden. Wekelijks zijn daar speciale cartografie-veilingen. Op maandag voor Nederlandse kaarten en op dinsdag voor buitenlandse kaarten.

Op zoek naar onbekende plaatsnamen


Bij genealogisch onderzoek stuit je regelmatig op plaatsnamen (toponiemen) waarvan je in eerste instantie geen flauw idee hebt waar je ze moet zoeken. Of je denkt het wel te weten en komt er later achter dat je er helemaal naast zat. 



Ook nemen plaatsen toe of af in belang. Een klein gehucht van weleer kan een grote stad zijn geworden (Zoetermeer, Amstelveen, Hoofddorp) en een voormalige buurgemeente hebben overvleugeld. Soms vervallen gemeenten tot buurtschappen. Sommige dorpen worden opgeslokt door steden en de naam vind je dan terug als stadswijk, straatnaam of zelfs helemaal niet meer. Dan hebben we nog verdwenen dorpen (Sint-Catelijne-Buiten-Damme) en verdronken plaatsen. Sommige plaatsnamen komen vaker voor dan je denkt, hetgeen nogal eens tot verwarring leidt. Om nog maar te zwijgen van verschrijvingen, fonetische spelling, vertalingen (Luik / Liège) etc. Met andere woorden, een historische plaatsaanduiding juist interpreteren is niet altijd een abc'tje.

Net als bij familienamen zijn ook plaatsnamen niet onveranderlijk. De spelling wijzigt in de loop van de eeuwen en soms krijgen plaatsen zelfs een nieuwe naam. Denk maar eens aan plaatsen in Oost-Europa die onder de communisten werden genoemd naar vaderlandse helden en later weer hun oorspronkelijke naam terug kregen. Zoals Sint-Petersburg > Leningrad > Sint-Petersburg. Bij het Stadsarchief Amsterdam hadden ze die ervaring ook. De medewerkers kregen veel vragen van bezoekers naar aanleiding van duistere toponiemen. Dat was voor de voormalige gemeentearchivaris Simon Hart aanleiding om een kaartsysteem te maken met aangetroffen oude herkomstbenamingen en de juiste moderne benaming. Hiervan is inmiddels een lijst gemaakt. Die lijst is als PDF te downloaden en telt inmiddels maar liefst 1918 pagina's !!

Uiteraard is geen enkele lijst volledig. Ook niet eentje van bijna 2000 pagina's. Niet in de laatste plaats omdat deze lijst gebaseerd is op de Amsterdamse ervaringen. Aan de andere kant heeft geen enkele stad in Nederland de afgelopen vier á vijf eeuwen zoveel (buitenlandse) migranten opgevangen als Amsterdam.  Als deze lijst je niet helpt resteert altijd nog de speurtocht langs oude kaarten. (Zie vorige bijdrage.)

maandag 26 september 2016

Schilderij van Graf von Strattmann

Nijmegen, 1678

In december 2014 wijdde ik een verhaaltje aan een pasteltekening van Graf von Strattmann (1637-1693) die ik gevonden had in de collectie van het Rijksmuseum. (Afbeelding links.) Ik betoogde daarin tevens dat de maker Bernard Vaillant (1632-1698) moest zijn, waar de website van het Rijks nog twijfelde tussen Bernard en diens halfbroer Wallerant Vaillant (1623-1677).

Onlangs vond ik via Europena.eu op de website van het Regionaal Archief Nijmegen een zwart-wit afbeelding van een schilderij van de graaf dat in 1678 tijdens de onderhandelingen voor de Vrede van Nijmegen gemaakt is door diezelfde Bernard Vaillant.

Wanneer je het schilderij en de pasteltekening naast elkaar ziet wordt duidelijk dat beide werken niet alleen gemaakt zijn door dezelfde kunstenaar, maar ook dat de pasteltekening waarschijnlijk een voorstudie was voor het schilderij.
Volgens de metadata van het Regionaal Archief Nijmegen hangt het originele schilderij in het Nijmeegse stadhuis. Ik heb inmiddels van het stadhuis een uitnodiging om langs te komen om een kleurenfoto te maken van het origineel. Nu nog een datum zien te vinden dat ik tijdens kantooruren in Nijmegen kan zijn. De kleurstelling laat zich met de pasteltekening bij de hand natuurlijk al raden.


woensdag 27 januari 2016

Nog meer vermoorde 'huisgenoten'

1943 juni 4, Sobibor

Tegenover mijn huis in de Amsterdamse 2e Jan Steenstraat hangt in het portaal van huisnummer 112 een grote marmeren plaquette met het volgende opschrift: Ph Zeehandelaar. Sanitaire en waterleiding- artikelen. Zaterd. en Israel. feestdagen gesloten. Al langere tijd vroeg ik mij af wie de drager van deze fraaie Joodse naam was. Dus ging ik onlangs op onderzoek uit. Een zoektocht die op het eerste gezicht niet moeilijk kon zijn, maar toch een bijzondere wending nam.

De zaak van Ph. Zeehandelaar trof ik al gauw in de gids van de Gemeentetelefoon Amsterdam van december 1929. Het bedrijf was toen gevestigd op nr. 110. In het Algemeen Adresboek der Stad Amsterdam 1939-1940 was de zaak verhuisd naar nr. 112 en woonde Ph. Zeehandelaar zelf op nr. 113, het adres waar ik zelf woon. Hoe bizar kan toeval zijn, de gezochte woonde in hetzelfde huis als de onderzoeker. Na de oorlog werd de zaak Ph. Zeehandelaar in de 2e jan Steenstraat 112 tot in de jaren tachtig in telefoonboeken vermeld. Van Ph. zelf kon ik echter amper een spoor ontdekken. In het adresboek van 1927-1928 stond hij vermeld als woonachtig op Muiderstraat 5, met de omschrijving 'reiziger'.  En in enkele familieadvertenties in het Nieuw Israëlitisch Weekblad uit 1909, 1925 en 1936 kwam hij voor als familielid c.q. nabestaande van het echtpaar Godschalk Zeehandelaar en Bloeme Slap (gehuwd Enkhuizen 7 juni 1865). Ik heb hun hele afstamming in kaart gebracht. 12 kinderen en enkele kleinkinderen, maar daaronder géén Ph. Wel vond ik via het Digitaal Joods Monument dat  Minicus Zeehandelaar (geb. 17 aug. 1883 te Amsterdam,  zoon van Godschalk en Bloeme) en diens vrouw Anne Konijn (geb. 29 mrt. 1886 te Amsterdam) vanuit 2e Jan Steenstraat 113 werden gedeporteerd om op 4 juni 1943 te worden vermoord in Sobibor, een lot dat ze deelden met hun hele familie. Minicus en Anna waren volgens de Persoonskaarten  op 11 januari 1922 in Amsterdam getrouwd. Toen ging bij mij een lichtje branden. In het Nieuw Israelitisch Weekblad van 30 dec. en in het Handelsblad van 27 dec. 1921 vond ik een aankondiging van het huwelijksfeest  van Philip (!) Zeehandelaar en Anna Konijn, op 11 januari 1922 in café d’IJsbreker aan de Amstel. Philip en Minicus waren dus één en dezelfde persoon.


Dit verhaal verscheen oorspronkelijk in maart 2012 als column in het tijdschrift Genealogie van het CBG.

Zie ook de sindsdien aangevulde website Joods Amsterdam.

dinsdag 26 januari 2016

Vermoorde 'huisgenoot'


1814 april 11,  Heughem

Mijn ouders Henk Straatman (1933-2010) en Mia Diederen (1933-2014) hebben lange tijd in Eijsden gewoond. Als ik daar op bezoek was geweest, passeerde ik op weg terug naar huis vaak het zogenaamde Moordkruis van Heugem. Het staat aan de ingang van het voormalige gelijknamige dorp, wanneer je vanuit het zuiden langs de Maasoever Maastricht binnenrijdt. In het katholieke zuiden was het vroeger gebruikelijk om wegkruizen te plaatsen naar aanleiding van schokkende gebeurtenissen, zoals een moord of ongeluk. Mijn moeder beweerde ooit dat het slachtoffer dat met het Moordkruis wordt herdacht, in haar huis aan de Kerkstraat 13 te Eijsden had gewoond. Daarop had ik destijds weinig acht geslagen, maar nu wilde ik het toch eens uitzoeken. Via een bevriend bestuurslid van de Vereniging Eijsdens Verleden probeerde ik bevestiging van het verhaal van mijn moeder te krijgen en ze bleek het bij het rechte eind te hebben gehad.


Het opschrift van het stenen kruis luidt: 1814 den 11 april is alhier doodgestooken Arnoldus Houbiers van Eysden. Aldaar gebooren den 30 7ber 1788. Bid God opdat zyne ziel mag rusten in Vreede Amen. Verder toont het kruis een afbeelding van een mes, het moordwapen, en een hart, om aan te geven dat het om een liefdesdrama ging. Arnoldus Houbiers werd vermoord na afloop van de plaatselijke kermis. Kermissen waren destijds ook in die streek een belangrijke huwelijksmarkt. Volgens de lokale overleveringen bezocht Arnoldus de kermis van Heugem, waar hij weer probeerde aan te pappen met zijn voormalige vriendinnetje Kaatje. Twee broers waren niet gediend van deze vreemde vrijer en het kwam tot een handgemeen. Later wachtten zij Arnoldus buiten het dorp op de weg naar Eijsden op, waarbij het tot een fatale steekpartij kwam. Arnoldus was geboren in de oude boerderij van mijn ouders, als zoon van Johannes Houbiers (1741-1801), landbouwer en raadslid (1800-1801), en Lucia Piters (1748- 1829). Johannes Houbiers had het huis op 19 januari 1785 gekocht van zijn zus Anna, die het weer had verkregen uit de erfenis van hun beider ouders Hubert Houbiers en Elisabeth Janssen. Ten tijde van de moord was het huis al overgegaan in handen van Arnoldus’ oudere broer Hubertus Houbiers (1772-1849), die van 1821-1825 en 1827-1842 net als zijn vader raadslid in Eijsden was. Zou hij voor dat mooie gedenkteken hebben gezorgd?


Dit verhaal verscheen oorspronkelijk in september 2015 als column in Gen.magazine van het CBG.