Heerlijkheid Stampaertshoucke
Nu Jan van der Straeten gevonden is wil je uiteraard meer van hem weten. Waar hij woonde, en hoe zijn zonen zo snel een rol van betekenis konden spelen in de magistratuur van het Brugse Vrije. Een aardig begin is dan altijd Nijhoffs Geschiedenis-lexicon Nederland en België (H.W.J. Volmuller e.a., 1981).
Het Brugse Vrije omvatte de ommelanden van Brugge en werd bestuurd door een schepenbank die zetelde in Brugge, hoewel Brugge zelf geen deel uitmaakte van het Vrije. Ridders en vrije grondbezitters hadden van oudsher de macht in die schepenbank. De schepenbank van het Brugse Vrije had daardoor een in hoge mate conservatief karakter. De Stad Brugge was in de 14e eeuw een economische wereldmacht en de gilden en handelaren hadden grote invloed in het stadsbestuur. In de loop van de 15e eeuw nam de economische vitaliteit af door de verzanding van het Zwin en de concurrentie van Antwerpen. Ná de Brugse opstand tegen Keizer Maximiliaan I in 1488 zette het verval definitief door en het bestuur van Brugge kwam in handen van aristocraten en juristen. Brugge was nog steeds een rijke stad, maar die rijkdom bestond grotendeels uit inmiddels "oud geld" en inkomsten die hoorden bij bestuurlijke functies in het steeds meer centraliserende Bourgondische rijk. Het moet in die periode geweest zijn dat Jan van der Straeten in Brugge arriveerde. Dat zijn zoon Fransois het schopte tot schepen veronderstelt landbezit in het Brugse Vrije. Maar waar?
Kaart van het Brugse Vrije uit 1664, door Willem Janszoon Blaeu
Via de tweedelige Bibliografie van de geschiedenis van Brugge (Andre van Houtryve, Brugge 1970 / 1979) kwam ik een aantal publicaties op het spoor die me verder konden helpen. Met name de Belgische Bibliographie Nationale (deel 24) en de Bibliographie des hommes remarquables de la Flandre Occidentale (deel II). Daarin tussen de vele Van der Stra(e)ten géén Jan van der Straeten, maar wel zijn kleinzoon Adriaen (Adrien) van der Straten, ook wel Stratius genoemd.
Het zeer uitgebreide lemma over Adriaen (over wie een andere keer méér) in de Biographie Nationale leert ons dat Jan van der Straeten zich "tijdens het bewind van Maximiliaan van Oostenrijk" komende van Gelre in Brugge vestigde. Maximiliaan was aan het bewind van 1482-1494 als regent voor zijn minderjarige zoon Philips (de Schone). Dat zou dus inhouden dat Jan van der Straeten zich vóór 1494 in Brugge vestigde.
In 1503 kocht Jan de Heerlijkheid Stampaertshoucke in Saint Catherine buiten Damme, ook wel Sinte Catelyne bij Damme genoemd. Sint Catherine zul je tegenwoordig vergeefs zoeken, het is in de loop van de 18e eeuw van de aardbodem verdwenen. Het lag vlak buiten de poorten van Damme, eens een welvarend havenstadje aan het Zwin in het Brugse Vrije, dat in de 16e eeuw veranderde in een garnizoensstadje. Op bovenstaande kaart van Blaeu zijn zowel S. Catelyne als Stampershoeck ingetekend. (Zie detail.)
Bronnen:
- Nijhoffs Geschiedenis-lexicon Nederland en België (H.W.J. Volmuller e.a., 1981).
- Bibliografie van de geschiedenis van Brugge (Andre van Houtryve, Brugge 1970 / 1979)
- Bibliographie Nationale (deel 24)
- Bibliographie des hommes remarquables de la Flandre Occidentale (deel II).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten