donderdag 9 maart 2017

Opa am Tatort

1931, Putbroek

Als kleine jongen logeerde ik regelmatig bij mijn opa in Valkenburg en dan keken we ’s avonds vaak naar krimi’s op de Duitse tv, zoals Der Kommissar en Derrick. Maar met geen woord repte hij ooit over een waar Tatortavontuur dat hij zelf had meegemaakt.


In de bossen bij de Nederlands-Duitse grens in de huidige gemeente Echt-Susteren in Limburg werd in de crisisjaren voor de oorlog behoorlijk veel gestroopt. Voor de lokale bevolking was dit deels een traditionele gewoonte en deels noodzaak om het karige crisisdieet aan te vullen. De eigenaar van de bossen was dit een doorn in het oog. Om het stropen tegen te gaan nam hij een jachtopziener in dienst. Drie jonge mannen uit het buurtschap Putbroek die in de nacht van 27 op 28 november 1931 uit stropen waren gegaan, bleken de volgende ochtend niet teruggekeerd. Verschillende omwonenden hadden wel schoten gehoord. De veldwachters werden ingeschakeld en met de hulp van enkele nabij gelegerde marechaussees werden de bossen in de omgeving waarvandaan de schoten waren gehoord uitgekamd. Na een langdurige zoektocht werd een zorgvuldig gecamoufleerde dichtgegooide kuil gevonden, waarin men de vermisten aantrof. Ze waren van dichtbij doodgeschoten. 

Opa (rechts) in Scheveningen.

Een van de marechaussees die het onderzoek mede had geleid, getuigde later voor de rechtbank dat hij wel tien keer over de dichtgegooide kuil was gelopen voordat hij merkte dat er iets aan de hand was. Van en naar de kuil werd een spoor gevonden, een schoenafdruk die overeenkwam met de zolen van de schoenen van de zoon van de jachtopziener.

De jachtopziener bleek uiteindelijk de moordende dader en diens zoon de medeplichtige. Later werd bovendien duidelijk dat de jachtopziener ook nog schuldig was aan een vierde moord, enkele maanden eerder. Het nieuws over het zogenaamde ‘Drama van Putbroek’ en de juridische nasleep haalde de kranten in heel Nederland en zelfs het buitenland tot in Amerika aan toe vanwege de koelbloedige gruwelijkheid. Aan de Annendaalderweg in Putbroek staat een Moordkruis ter herinnering. 
De oplettende marechaussee die in het bos de kuil met de slachtoffers vond was mijn opa Jan Straatman (1903-1981). ‘Harry, hol schon mal den Wagen!’

Bovenstaand verhaal verscheen in maart 2017 eveneens als column in het tijdschrift Gen.magazine van het CBG, onder de titel 'Plaats delict Putbroek'.


Het Drama van Putbroek had een enorme maatschappelijke impact. Niet alleen wijdden kranten in binnen- en buitenland er lange artikelen aan, ook de populaire cultuur ging er mee aan de slag. Er werden verschillende liedteksten over geschreven. De liedteksten werden door straatverkopers aan de man gebracht. Een paar van die liedteksten is opgenomen in het digitale Geheugen van Nederland.



Ten minste één ervan is in 1932 ook op de plaat gezet door Kees Pruis:





Bronnen:
- Website Dodenakkers.nl 
- Wikipedia 
- Leidsch Dagblad van 23 aug. 1932, waarin getuige J. Straatman wordt opgevoerd
- Website Bidprentjes.nl
- Liedtekst 1, Geheugen van Nederland 1 
- Liedtekst 2, Geheugen van Nederland 2
- Liedtekst 3, Geheugen van Nederland 3
- De Moord te Echt, van Kees Pruis, YouTube