maandag 23 november 2009

Ene Straatman trouwt maitresse van d'Artagnan

1642, Parijs

Charles de Batz de Castelmore, Comte d'Artagnan (Loupiac 1611 - Maastricht 25 juni 1673) werd door toedoen van de Comte de Treville (1598-1672), een vriend van zijn vader,  opgenomen bij de Garde van de Mousquetiers. In zijn jonge jaren was d’Artagnan nogal een heethoofd, die zichzelf regelmatig in de nesten werkte.


In 1642, het jaar dat Kardinaal de Richelieu (1585-1642) overleed, had d’Artagnan een affaire met de knappe vrouw van de herbergier wiens zaak hij regelmatig bezocht met zijn compaan Athos. Tot twee maal toe leidde dat tot een gevecht met de jaloerse echtgenoot. De herbergier werd beide keren zelfs opgesloten in de gevangenis Grand-Châtelet. Via zijn goede contacten met Comte de Treville redde d’Artagnan steeds zijn reputatie. En de bedrogen echtgenoot werd door de invloed van de Treville beide keren weer op vrije voeten gesteld. De Treville raadde d’Artagnan echter met klem aan een eind te maken aan de affaire. Een affaire met een dame van stand kon goed zijn voor reputatie en carrière, zo luidde de Treville’s advies. Maar een affaire met een herbergiersvrouw was het schandaal van een bedrogen echtgenoot die je naar het leven staat niet waard. d’Artagnan nam deze raad ter harte en maakte een eind aan de verhouding. Kort nadat de herbergier voor de tweede keer werd vrijgelaten overleed deze echter. Zijn vrouw nam haar oude professie weer op: de verhuur van gemeubileerde kamers. In de Rue Montmartre verhuurde ze een kamer aan een kapitein van de Garde Suisse genaamd Straatman, een vriend van d’Artagnan. Deze Straatman was daar terecht gekomen vanwege de goede wijn in de kelders. Hij werd verliefd op de voormalige maîtresse van d’Artagnan. Zij had echter haar zinnen nog steeds op d’Artagnan gezet, maar die hield voet bij stuk. Volgens d’Artagnan was ze gek om niet op de avances van Straatman in te gaan, want een Zwitserse Gardist verdiende twee keer zoveel als een reguliere gardist, en bovendien had Straatman kwaliteiten. De door d'Artagnan onbeantwoorde liefde maakte de weduwe van de herbergier wraakzuchtig. Toen Straatman haar ten huwelijk vroeg stemde ze na lang aandringen toe op voorwaarde dat hij d’Artagnan zou vermoorden. Straatman stuurde enkele sterke kerels van zijn garde op d’Artagnan af, die gewond raakt en  slechts met moeite wist te ontsnappen. Dit was kennelijk voldoende om de weduwe overstag te doen gaan, en zij trouwde korte tijd later daadwerkelijk met Straatman. Van verdere moordpogingen zag Straatman daarna wijselijk af.

Bron: Memoires de M. d’Artagnan, vol. 1, van Gatien de Courtilz de Sandras, Keulen 1700.

Gatien de Courtilz de Sandras (1644– 1712) baseerde met name het eerste deel van de triologie Memoires van M. d’Artagnan naar eigen zeggen op d’Artagnans eigen memoires. Hoewel dit twijfelachtig is, zijn veel controleerbare details uit de memoires waarheidgetrouw. Of de Zwitserse Gardist Straatman daadwerkelijk heeft bestaan  is onbekend maar niet denkbeeldig. Gezien de schrijfwijze van diens naam (Straatman met dubbele A) in de originele eerste druk uit 1700 lijkt het echter niet aannemelijk dat de Zwitserse Gardist ook echt een Zwitser was. De schrijfwijze met dubbele A is in Frans- en Duitstalige  landen ongebruikelijk. Een herkomst uit de Nederlanden lijkt logischer.

Geen opmerkingen: